· 

Zorg, boosheid en schaamte

Een aantal weken geleden begon ik aan deze blog. Het feit dat ik hem niet publiceerde of treuzelde met het afmaken, had niets te maken met de lengte van dit verhaal. Ik twijfelde of ik hem wel af moest schrijven. Ik twijfelde of ik het wel moest publiceren. En die twijfel werd dan weer niet ingegeven door de inhoud of de boodschap (misschien wel een beetje politiek deze keer) of door de boosheid, die aanleiding was voor deze blog. Het had te maken met een vorm van schaamte. En zelfs dat heeft dan weer wat duiding nodig.

 

Op deze plek schrijf ik regelmatig over mijn ouders. Domweg omdat het mij bezig houdt, domweg omdat ik mij zorgen maak, domweg omdat ik er verdriet van heb om te zien wat het ouder worden met ze doet.

 

Zoals de lezer van deze reeks blogberichten weet, is mijn moeder dementerend. Ze gaat hard achteruit. De dementie leidt niet alleen tot vergeetachtigheid en verwardheid. Lichaamsfuncties en het gevoel voor hygiëne werken ook niet helemaal op de manier zoals het hoort. Het hoort bij de ziekte en dat is lastig te accepteren. Om eerlijk te zijn ontstaat daar bij mij een vorm van schaamte, omdat je daar ook niet mee te koop wil lopen. Waarom zou je schrijven over dat wat je eigenlijk niet wilt vertellen en wat je gewoon voor jezelf wilt houden?

 

Het is en blijft je moeder, waar je met respect naar kijkt en trots over vertelt. Over hoe zorgzaam ze voor je was, over hoe ze altijd geïnteresseerd was in de dingen die je deed. De grapjes, de betrokkenheid op mens en omgeving. Daar past geen beeld bij van incontinentie, het dragen van luiers, het kwijt zijn van een gebit of het ineens dragen van een veel te grote leesbril (van iemand anders), omdat haar eigen brillen verdwenen zijn: kwijtgeraakt, ergens in de huiskamer van het verzorgingshuis.

 

Kan je met respect over je moeder schrijven, als je dit soort zaken ziet gebeuren? Moet je het wel of niet met anderen delen? Daar zat mijn aarzeling om er over te schrijven. Het is en blijft je moeder en voor vele mensen in haar kennissenkring: "de dirigente van het koor", "de leidster van de peuterzaal", "die vrolijke dame die altijd voor in de kerk zat", "die mevrouw die zo goed kon zingen".. etc.

 

Je wilt natuurlijk ook graag het beeld in stand houden, waar je jezelf zo aan vast houdt. Waarom moet de wereld weten, wat er zo mis gaat met je moeder? Uiteindelijk toch maar in de pen geklommen. Gewoon omdat ik boos was. Boos op de zorg, boos op de situatie, boos op de politiek, boos over mijn onmacht, boos omdat er veel te weinig over gezegd wordt.

Een bericht over onmacht, boosheid, zorg en toch ook wel de liefde voor alles wat mijn moeder ooit was (en nog steeds voor mij is).

 

Na een heerlijke vakantie in Zuid Engeland een bezoek aan Vianen. Ik heb haar een aantal weken niet kunnen zien en verlang ernaar om haar weer even vast te houden, te knuffelen en gewoon bij haar te zijn. Het is zondagmiddag als ik haar kamer binnenkom.

 

De geur van urine is overweldigend. Er ligt stof op de grond alsof er al weken niet gestofzuigd is. Mijn moeder ligt in bed, in een donkere kamer, midden op de dag. Ze kijkt me aan met een lege blik. Wallen onder de ogen, vermagerd, verward. Soms glimlacht ze, dan weer huilt ze. Ze doet een beetje boos, een beetje blij, een beetje gek. Maar bovenal straalt haar gezicht leegte uit. Ze is blij dat ik er ben, maar ze weet werkelijk niet wie ik ben.

 

De koekjes die ik voor haar uit Engeland heb meegenomen, pakt ze telkens opnieuw uit alsof ze een nieuw cadeau zijn. In het begin was dat nog vertederend, nu is het vooral confronterend. Het laat zien hoe ver ze weg is. Hoe ver ik haar al kwijt ben.

Ik kijk Irene aan. De geur in de kamer is niet te harden. Ik vermoed dat haar bed doordrenkt is. Hoe kan dit? Waar is de zorg?

 

Waarom ligt mijn moeder op klaarlichte dag in een donkere stinkende kamer? Het personeel is nergens te bekennen. Of eigenlijk wel: in de loge, waar ze gezellig met elkaar zitten te praten. Ik voel een boosheid opkomen, die ik van mijzelf niet ken. De rationele kant in mijn hoofd zegt, dat ik dit moet begrijpen. De zorg loopt ook op hun tandvlees. Er zijn te weinig mensen, te weinig ervaren krachten, te weinig tijd.

 

Er is geen ruimte om gewoon naast iemand te gaan zitten, een hand vast te houden of een wandeling te maken. Zorg is verworden tot een rekensom: minuten, protocollen, vinkjes. De emotionele kant wint het echter. Dit kan niet, dit mag niet. Dit is mijn moeder. Ik loop boos de loge binnen, waar de verpleegsters enigszins verstoord opkijken. “Het stinkt op de kamer van moeder” begin ik, “kan er iemand gaan kijken en haar verzorgen”. Is er iemand die even een stofzuiger door de kamer kan halen? Wie helpt haar?

 

Ik word wat verbaasd aangekeken. Een van de dames zegt dat ze zo wel even gaan kijken, maar richt zich vervolgens weer op haar collega's. Ze bedoelt het nog goed ook. Verbouwereerd loop ik weg, terwijl ik de keuvelende dames achter laat.

En toch blijf ik boos. Niet op de mensen op de werkvloer, maar op de politiek die dit al jaren ziet en niets wezenlijks doet. Iedere keer weer diezelfde beloftes in verkiezingsprogramma’s, diezelfde warme woorden in debatten, diezelfde mooie intenties in beleidsstukken. Maar ondertussen verandert er niets. Ouderenzorg blijft het stiefkind van de begroting.

 

Wat mij dan ook raakt: mijn moeder is geen uitzondering. Honderden, duizenden moeders en vaders liggen in dit land in bed, overdag, omdat er niemand is die hen uit bed helpt. Ze leven in kamers die ruiken naar urine, met stof dat zich opstapelt, met ogen die leeg staren omdat er niemand is die hen écht ziet. 

 

Ik verlaat de kamer van mijn moeder vaak met een steen in mijn maag. Verdrietig, boos, machteloos. Het doet pijn zoals gezegd, om je moeder zo te zien aftakelen, zonder de zorg en waardigheid die ze verdient. En tegelijk schaam ik me. Want dit is Nederland. Dit is ons zorgsysteem. Dit is waar wij met elkaar blijkbaar genoegen mee nemen.

 

Zorg mag geen kwestie van vinkjes, minuten en begrotingen zijn. Het gaat om mensen. Om onze ouders. Om mijn moeder. En zolang de politiek blijft steken in mooie woorden zonder daden, blijft het falen van ons allemaal. 

 

We hadden uiteindelijk die zondag toch een fijne middag. Ik heb haar geknuffeld, we hebben samen wat gezongen en ze heeft de helft van de koekjes opgegeten. Het is en blijft je lieve moeder. Zolang wij nog weten wie ze was en voor ons is, is dat misschien wel het allerbelangrijkste.

Reactie schrijven

Commentaren: 3
  • #1

    Lilianne (zaterdag, 13 september 2025 12:29)

    ��

  • #2

    Gerrit (zaterdag, 13 september 2025 12:48)

    Een schrijnend voorbeeld over hoe de zogenaamde Nederlandse welvaartsstaat aan het afglijden is.

  • #3

    Jan Stommels (zaterdag, 13 september 2025 12:58)

    Verschrikkelijk wat er de generaties die dit land hebben opgebouwd word aangedaan.
    Er is voldoende geld om vluchtelingen enz. op te vangen waar zelfs nieuwe panden voor neergezet worden.
    Waarom word Den Haag niet wakker en gaat niet aan de gang met ons eigen land
    IT'S A BLOODY SHAME.